De fossielenzoeker

Dit kunstwerk is gemaakt van verschillende houtsoorten.

Het hoofd komt van een Douglas spar. Het lijf is van jatoba en de schouderpartijen zijn van sapupira.

Beide laatste houtsoorten zijn Zuid Amerikaans hardhout van loofbomen.

De hals en de benen zijn van betonijzer

Het voetstuk komt van een meerpaal uit het Hoornse Diep en is van eiken hout.

Deze fossielenzoeker heeft een voorkeur voor zee egels.

De zee egels komen uit Denemarken.

Ode aan de zwerfkei

Dit object bestaat uit een stam van een Douglas spar, met daarop een gelast 'altaartje''en daar bovenop een karretje met goede vering.

Op het karretje ligt een rapakivi graniet.

Deze zwerfkei is hier in de voorlaatste ijstijd (Saalien) via gletsjerijs heengevoerd vanuit Finland.

De rapakivi is te herkennen aan de grote orthoklaas kristallen met erom heen een rand van plagioklaas.

In die voorlaatste ijstijd zijn honderdduizenden keien uit het hoge noorden aangevoerd via gletsjerijs. Veel van deze keien zijn terug te vinden in ons keileem.

Ook de hunebedden zijn gemaakt van zeer grote zwerfkeien.

In vogelvlucht over de akkers

Dit object is gemaakt van oud ijzer. De vleugels zijn in verschillende posities te plaatsen.
In de gaten van de vleugels zitten vier choppingtool achtige werktuigen (artefacten) uit de oude steentijd. De werktuigen zijn gevonden in de omgeving van Grand Pressigny in het Indre et Loire gebied in midden Frankrijk. In dit gebied werden al in de oude steentijd eenvoudige werktuigen gemaakt zoals bijv. bottenkrakers. Tot in het Neolithicum (jongste steentijd) zijn er werktuigen gemaakt, omdat er veel goed bewerkbaar vuursteen was.
Het kunstwerk verbeeldt de gedachte van de kunstenaar/archeoloog, dat het handig zou zijn om boven de akkers te zweven en met de ogen van een roofvogel de werktuigen te zien liggen. Het geheel is op een schuine grondplaat geplaatst, om het als het ware te laten opstijgen.

Dromen zijn bedrog en de kunstenaar/archeoloog moet dagen achter elkaar van de vroege ochtend tot zonsondergang over de uitgestrekte akkers lopen om dewerktuigen te vinden.

Ode aan de mastodont

Dit object is opgebouwd op een deel van een meerpaal uit het Hoornsediep. Het is een degelijk stuk hardhout. Als staander voor de kies van de mastodont (olifantachtige) heb ik gebruik gemaakt van hoekbetonijzer. Onderaan zit dit betonijzer vast in geboorde gaten en wordt extra in evenwicht gehouden door drie sterke veren.

De kies zweeft als het ware boven alles uit. De kies is een laatste onderkaakskies (M3) van de mastodont Stegolophodon. Het is een zogenaamde tepeltandige (knobbels).

Deze kies komt uit een groeve bij Sagaing/Mandalay in Myanmar (Birma). De Stegolophodon leefde grofweg tussen de 12.000.000 jaar en 5.000.000 jaar geleden en is toen uitgestorven.

De Stegolophodon was een bosolifant en zijn voedsel bestond uit twijgen en bladeren van bomen

Wervel(d)ing

Het voetstuk van dit object is een stuk sierhout uit Java. De rondingen zijn de delen van katrollen waar het touw over rolde en ze komen van de bodem van de Noordzee.

De wervels in de centrale openingen zijn wervels van haaien die gevonden zijn op het srtand van Hoek van Holland. De wervels komen uit het vroeg pleistoceen (ongeveer 1.000.000 jaar oud)

Hoogte 55cm, diepte 25 cm en breedte 12 cm.

Bijvangst

Dit object is gemaakt op een meerpaal uit het Hoornsediep. In het raster van ijzer zijn allerlei voorwerpen gestoken die de vissers van Urk als bijvangst in hun netten krijgen, waaronder katrollen, resten van kruiken en flessen, delen van messen, pijpekoppen en zelfs een deel van een mammoetkies.Het object is in het totaal 1.79 m hoog en 34 cm breed.